Ik heb veel geleerd tijdens mijn stage bij Arjen in Londen. Heel veel. Over de Britse politiek, de Britse bureaucratie, de UK en Ierland in het algemeen, hoe een correspondent te werk gaat, hoe ik een betere journalist kan worden, hoe ik mijn engels kan perfectioneren en ook over het leven in Londen. Maar er is één ding dat ik niet had verwacht te leren.. En dat is Arjen achtervolgen!
Een stage bij een correspondent bestaat vaak uit haasten. Haasten om op tijd bij een afspraak te komen, haasten om een trein te halen, haasten om een live te halen in Westminster, haasten om snel terug te zijn op kantoor om te kunnen monteren. Kortom rennen. Veel rennen. Reizen in Londen verloopt alleen niet altijd even soepel. De spits in deze stad begint al rond 16.00 uur en gaat door tot ongeveer 21.00 uur. De Tube is dan ongelooflijk druk en een taxi nemen is dan zeker niet sneller. Het is dus vaak je door de mensenmassa heen duwen om zo snel mogelijk in de trein te zitten. Rennen dus.
Het achtervolgen van Arjen begon al op de eerste dag (zie: “Stand-upper bij Downing Street 10“). Het ding is alleen, Arjen steekt ruim een kop boven me uit. Zijn benen zijn dus veel langer! Ik merkte gelijk dat hem bijhouden een hele uitdaging ging worden. Zelfs als hij op een voor hem normaal tempo loopt, moet dit kleine meisje joggen om hem bij te houden. Dit is op zich nog te doen, maar Arjen heeft de neiging overal tussendoor te schieten als hij over straat loopt. Rood licht? Doen we niet aan. Zebrapad? Is voor watjes. Stoep? De weg kan ook.
Ik moest dus constant alert zijn. Waar is hij? Voor me. Opletten. Hij gaat naar links. Oh, oversteken. Nu weer naar rechts. Ah, deze straat moeten we in. Weer oversteken. Snel! Tussen de auto’s door. Blijven opletten. Waar is hij nu? Paniek! Oh, daar is hij. Rechtsaf. Linksaf. Rechtdoor. Kijk uit voor die bus! Hier weer afslaan. Waar gaat hij nu heen? Oh, de Tube in. Blijven volgen. Waar is hij nu? Oh sh*t hij is al door de poortjes heen! Ja, ik kom! Rennen. Tussen de mensen door de roltrap af. Welke lijn moeten we hebben? Oh hij gaat rechts, Central Line. Op het platform. In de trein. Even rust. Hijg, hijg..
Zo ging het de eerste weken. Nou ja, zo ging het altijd. Dit was alleen de chaos die eerst in mijn hoofd ontstond. Arjen kon er al snel om lachen dat ik hem moeilijk bij kon houden. Hij zei dat ik gewoon lui was.. Maar ik kon echt niet sneller lopen! Joggen was dus vaak de oplossing. Ik merkte alleen dat ik er veel beter in werd. Ik begon langzaam aan een beetje te anticiperen op wat hij ging doen en zorgde ervoor dat ik altijd vlak achter hem liep. Ik begon hem letterlijk te schaduwen. Het achtervolgen ging toen al een stuk beter.
Door altijd zo vlak achter hem te lopen merkte ik nog iets op. Ondanks alle hectiek van de straten van Londen, ondanks alle haast die wij hebben op zo’n moment en hoe gefocust Arjen dan ook is op het zorgen dat we op tijd komen, hij heeft voortdurend in de gaten of ik nog achter hem loop of niet. Ik begon te merken dat hij elke zoveel seconden even over zijn schouder kijkt. Dat stelde gerust. Ik wist nu dat ik hem toch niet kwijt zou raken in de drukte, daar zorgde hij wel voor. Elke keer daarna als ik achter hem aan rende en ik zag hem omkijken kon ik nu denken: “Ja, ja, ik ben er nog!”
hoi, marina als je dit leest ben je al terug op “Belgische of Nederlandse “bodem.Ik heb je avonturen een beetje mee gevolgd ,je was een echt journalistje.Geniet nu van je familie en vriend(je) en de feestdagen. tot ziens!
t.Monique